Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik heb [8]in mijn hart [9]nagespeurd, om [10]mijn vlees [11]op te houden in den wijn, ([12]nochtans leidende mijn hart in wijsheid) en om de dwaasheid vast te houden, totdat ik zou zien wat den kinderen der mensen het best ware, dat zij doen zouden onder den hemel, [gedurende] het getal der dagen huns levens. 8. Dat is, bij mijzelven. 9. Of, onderzocht, of gezocht, of beraadslaagd. 10. Dat is, mijn lichaam. De zin is: Ik heb mij benaarstigd om tegelijk in lichamelijke geneugten en in wijsheid te leven, voegende alzo de wijsheid en de geneugte tezamen; want men moet hier onder den naam van wijn verstaan allerlei lekkere spijs en drank. ja allerlei wellusten. 11. Of, te trekken tot den wijn, dat is, tot den wijn gewennen. Anders: mijn vlees den wijn over te geven. 12. Hij wil zeggen: ik heb voorgenomen de wijsheid die mij God gegeven heeft, alzo in mijn hart te bewaren, dat ik nochtans uiterlijk de dwaasheid te weten, met lekkerlijk te eten en te drinken, en met wellusten te plegen ook plaats geven wilde, die grijpende en vasthoudende.